COBALTUM (Co27)
Tussentijdse gedichten (1998-2016)
Hapering
Ik denk dat het morgen regenten hou je twijfels langer dan voorzien vast
Ten gevolge van (Tgv)
Er is geen nulpunt van het zeggen
van groot belang je helemaal hardop
in de logische vorm, in vorm
het voelt geraadpleegd, gelardeerd
doorheen een middelmatigheid, de ontsteking
als grap hygiënisch vers
niet weerhouden klonk het anderhalve keer, eenparig ingevolge
polyfoon de staking van je trillingen
mits inerte weerstand door- en doorgevoeld
(endo-energetisch).
In elke wereld is men iemand anders.
Twee mensen
(niet helemaal toevallig)
in den Brico.
Ik geloof het niet
toe, dicht. (Potdicht!)
De tijd scharrelt verder.
Jaren later
vloertegels
vijlen.
Ik denk aan hen
ze nu (onderling)
Verwevenheid
Het axioma
dat ben jij.
Drager van volledigheid
en opgewonden
plechtig ongekleed m'n afgeleide
in het bijzonder.
Het bewijs
dat ben ik.
De tegenspraak.
Rang
Statusangst is een vermoeden met een diploma
een dakloos voorgevoel
uit nederlagen gerijpt, als tegengif,
een kloppende vacuole.
Precies of allez.
Hoe men lui de tijd ontbolstert perifeer
tot stukje niets ontpuind je ego noest
en aangewakkerd,
unisono (met alles wat je niet hebt gelezen)1.
Het voelt
als een mislukte belegging.
Oppervlakkigheid is een specialisatie
op zich.
Prelude
Het luidt verdacht
de opmaat van je
in mij gedicht ik neem
de tangens van je schouders
krom en koest
de huivering hier
brandt de lamp
niet.
Hoeveel kans heb je
(bij aanvang, als het spel
gespeeld en bedonderd
van antwoord
naar antwoordapparaat)
zonder herhaling
met teruglegging
dat ik het ben?
Hoeveel kans heb je
dat ik het ben?
Je bent
mijn massaverplaatsing
mijn trefpunt
mijn verlangzaming
mijn grondformule
mijn geavanceerde temperatuur
gekwadrateerd.
Zooi
Een leven zonder geneigdheid
de zucht als dissonante klacht
de warmte in van je naaste misbruikt
in de vorm van een aandoening
Te laat
Je bent een meneer
met je wortels
met je hooggeplaatste hoed
je hond met Asperger
epilepticus bovendien
met je voorgeschiedenis.
In dit poosje
voel ik me gerangschikt
en geef je
de winnende
lottocijfers*
van vorige week.
* 27, 1, 2, 3, 4, 5
Ongeacht
Je ankerveld
beneveld
je oncogene moederveld
laten we groeien tot de helft
de toestand nog eens samenvatten.
Pessimisme
Het is zo goed als
ik het gehad heb.
Adaptatie
De uitdaging
die zoete gesprekken ontknoopt
ophangt aan dagelijkse dingen versleten
de diepe avond in, op je avondbord
het raakt
vanzelf. We lopen samen voorzichtig leeg als darmen
dichtgeplooid, fonkelnieuw.
Poch
Er werd geciteerd:
gefeliciteerd.
Je bent zelf de spiegel
en daarmee ook het beeld
het beeld van een feit disjunct.
En toch werd er niet verjaard
gisteren.
De reflectie
die het geval is
in het oog van een haas.
Men voelt zich onterecht
cruciaal.
Terminaal
Gedane zaken
zijn zoals imaginaire getallen.
Complex.
De keer wordt niet genomen
maar onteigend
zoals een huis.
Het einde rinkelt
luidop
geen picardische terts.